en toen werd dat hart
onbewoonbaar verklaard
een ruïne is wat rest
smeulende puinhopen
en wolken zweven af en aan
in mistige slierten
langs een bleke maan
afwisselen en reizen, ver
en nooit of te nimmer
komen ze er
een verlaten toren
de roep van de verte
vergeten - een uil
te horen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten