als je verdrietig bent,
waarom laat je je dan niet troosten*
ik zal verdrietig zijn, dat moet
desnoods knijp ik mezelf
dwing ik mezelf, forceer ik
totdat de tranen in mijn ogen
ik moet verdrietig zijn
wat nou als ik niet verdrietig ben
ik wil troost verzamelen, in een potje
als lichtgevende vuurvliegjes op een avond in de zomer
in een land hier ver vandaan - iedere zeldzame minuut vol vervuld verlangen
aftellen tot weer terug - geluid van krekels, sterren zonder lichtvervuiling, dauw op het gras
natuurlijk ben ik niet verdrietig
jaag ik vergeefs. geen potjes. vuurvliegjes.
geen troost.
(ik wil helemaal niet verdrietig zijn.
ik wil verdrietig zijn.
ik wil niet getroost worden.
alles in mij wil alleen maar getroost worden).
* Deze zin vond ik zo mooi in een schrijfsel van de mier in 'het vertrek van de mier' van Toon Tellegen.